Zelfbouw Goederenloods
Origineel geschreven door W. v. Starrenburg
Gepubliceerd in Miniatuurbanen, november Jaargang 7 - 1964
Originele titel: Zelfbouw Goederenloods
- Triplex 475 x 130 x 4 mm
- Latje A: 15 X 475 x 30 mm
- Latje B: 15 X 365 X 45 mm
- Latje C: 15 X 95 x 45 mm
- Latje D: 5 x 165 x 15 mm
- 1 vel middelbruin schuurpapier
- 1 vel waterproof schuurpapier nr. 320
- 1 zakje lange Realix houtjes, licht
- 1 zakje korte Realix houtjes, donker
- fineer (voor deuren)
- steunlatjes 5x5 mm
- bruin karton (wanden)
- stevig glad karton (dak)
- enkele Faller ramen en deuren
- Faller of Vollmer profielbalken
Grondplaat en perron
Grondplaat uitzagen volgens fig. 1 en aangeduide zijden afschuinen. (N.B. Voor juiste laadhoogte bij Märklin rails moet de grondplaat 10 mm dik zijn). De latjes A, B, C en D op maat zagen en op de grondplaat lijmen volgens fig. 2, zo dat aan weerszijden bij x 3,5 mm overblijft. Bruin schuurpapier op de plankjes lijmen, behalve binnen de stippellijn (met potlood op plankjes uitzetten).
Tegen perronkant H bruine houtjes lijmen als volgt: het bovenste houtje plat en gelijk met bovenkant perron (fig. 3), daaronder vier houtjes, waarna de resterende ruimte onderaan wordt opgevuld met een houtje dat weer „plat" wordt vastgelijmd. Wanneer de hele voorkant H zo is gedaan, korte houtjes verticaal oplijmen (zie pijlen fig. 3). Perronzijden J (fig. 2) beplakken volgens fig. 4.
Perronzijden K (fig. 2) beplakken volgens fig. 5: bovenste en onderste lange houtjes „plat", de korte verticaal tegen A resp. B lijmen.
De in fig. 5 donker aangegeven houtjes dubbel oplijmen, ongeveer om de 2 cm. De resterende gedeelten L (fig. 2) beplakken met donkerbruin Realix steentjespapier, waarop op de kortste kant een bufferbalk op de juiste hoogte.
De nog niet beplakte ruimte tussen de stippellijn (fig. 2) nu met zwart schuurpapier beplakken. Dit vormt de „betonnen" vloer van de loods. Laadplaats M (fig. 2) kan nu midden-grijs (mat) geverfd worden, en hiermee is de onderbouw klaar.
De loods
Wanddeel P wordt uit normaal bruin karton gesneden (langs stalen liniaal), deuropeningen uitsnijden volgens fig. 6. Met houtlijm de lange houtjes verticaal oplijmen, beurtelings een licht en een donker; openingen D vrijlaten. Tussen boeken laten drogen. Dan uitstekende houtjes afsnijden gelijk met karton en daarna links boven twee Faller raampjes uittekenen, uitsnijden en inplakken.
Wanddeel S (fig. 7): de aangegeven maten voor de ramen dienen als richtlijn en zijn afhankelijk van de beschikbare Faller ramen. Voor het grote raam hebben wij een groot Faller stationsraam van 90 X 30 mm gebruikt. D is een normale stationsdeur. Ruimte voor ramen en deur eerst uitsnijden, dan met houtjes beplakken als deel P, behalve boven en onder het grote raam; hier houtjes horizontaal lijmen.
Wanddeel V (voor) op karton uittekenen en uitsnijden volgens fig. 8, 2 maal. Vervolgens deuropening en opening voor Faller raam uitsnijden volgens fig. 9 en daarna beplakken met Realix houtjes als deel P en S; uitstekende houtjes aan bovenzijde afsnijden na drogen van de lijm.
Wanddeel A (achter); wat al gelijk met V is uitgesneden, andersom leggen en deuropeningen uitsnijden volgens fig. 10. Voor de kleine deur is een dubbele Faller stationsdeur gebruikt. Verder als V.
Vervolgens worden nu de plastic ramen en deuren in de wanddelen gelijmd, behalve de twee maal D in P en de deur van V, die later van fineer gemaakt worden. De ramen worden van binnen beplakt met strookjes sellotape, die naar believen van buitenaf „vuil" geblazen kunnen worden. De wanddelen worden verstevigd met latjes van 5x5 mm boven en onder tussen de deuren; aan de zijkanten 5 mm vrijlaten. Tussen wasknijpers drogen.
Nu kunnen de gereed zijnde delen met behulp van verticale 5x5 mm latjes in de drie hoeken aan elkaar gelijmd worden: B' aan B', A' aan A', A2 aan A2, en B2 aan B2 zonder verticaal latje, maar als steun een extra stukje karton aan de binnenkant van deel S, tussen zijkant en het grote raam. Let erop dat de kopwanden tegen de zijkanten van P en S worden gelijmd. De loods wordt nu op het perron gelijmd, zie stippellijn in fig. 2. De opbouw wordt van de buitenkant met
blanke lak bestreken. Indien men met een gesloten loods wil volstaan, kan nu met de dakdelen worden begonnen. Wenst men een loods met interieur, verlichting en open-gaande deuren, dan gaan we hiermee eerst verder.
Voor het kantoortje in de hoek A2 kunnen we als binnenmuren stukjes Faller muur van 45 X 45 mm nemen, een aan bufferbalk-zijde met ramen, aan de andere zijde met een deur erin, ook 45 X 45 mm. Als dit is vast-gelijmd, kunnen we er wat inventaris (tafeltje, stoeltjes) inlijmen, de muren van binnen „witten", en sellotape achter de ramen aanbrengen. Voor het plafond kunnen we een passend stukje karton nemen. De loods van binnen lichtgrijs verven. Vervolgens kan verlichting worden aangebracht, bijv. zoals bij het model een lamp (Supermodel of Busch) aan elke kopwand boven de deur, een in het kantoortje en een in de loods zelf.
Het dak
Om het dak, waar we nu mee verdergaan, goed strak te krijgen, wordt eerst tussen de bovenzijden van de kopwanden aan de brede kant vanaf de nok, een plankje (A) gelijmd van 220 x 25 x 5 mm, en een latje (B) van 220 x 5 X 5 mm aan de onderste smalle kant, zie fig. 11.
Snij de dakdelen a, b, c (fig. 12) uit stevig glad 1 mm dik karton. Bij deel c de hoekjes A wegsnijden en de beide ramen uitsnijden. Beplakken met waterproof (zwart) schuurpapier (320), deel b 5 mm breder voor overlapping naad tussen a en b. Deel c oplijmen, de uitgesneden hoekjes hiervan vallen nu tussen de kopwanden. Hiertussen ook, en op het randje van dit deel c, Faller „ruitenstroken" oplijmen (vier ruit hoog) die eerst in de lengte doormidden zijn gezaagd en verder op juiste breedte zijn gevijld. Totale ruitlengte 22 cm tussen de kopwanden; vervolgens dakdeel a oplijmen, daarna deel b, waarvan overlappend schuur-papier op a lijmen.
De ruitjes in deel c zijn de kleinste Faller ruitstukjes, gelijmd op de randjes van de raam openingen.
Op de strookjes ruiten over gelijke afstanden verdeeld, totaal zeven stukjes profielbalk (U- of vlak) lijmen, en gelijk hiermee, dwars over de dakdelen, strookjes fineer van ± 1,5 mm breed op de dakdelen lijmen, alsmede aan de uiterste zij-kanten. Tegen de zijkanten van de dakran-den, alleen aan de kopeinden, eveneens ter afwerking Realix houtjes lijmen. De schuifdeuren worden gemaakt van stukjes fineer, 35 X 35 mm of van glad karton, ze schuiven naar rechts of worden vastge-lijmd.
Voor schuivende deuren gebruiken we als deurgeleiders aan de bovenkant L-profiel-balk, onder U-profiel, waar de deuren in schuiven; eventueel handgrepen op deuren aanbrengen.
De drie afdak-steunpaaltjes van dakdeel c zijn ronde Realix stokjes, waartegen van boven een plank is gelijmd, De resterende dubbele zijdeuren staan open, het zijn vastgelijmde stukjes dubbel fineer. Het kantoorbordesje met trapje (fig. 13) en hekje zijn gemaakt van Faller restanten. De kachelpijp op het dak boven het kantoortje is een stukje ballpointstift, 15 mm boven dak uitstekend en zwart geverfd. Het „ijzeren" hek, fig. 14, voor de wageningang, wordt gemaakt van 1 mm messingdraad. Op de hoogte van de scharnierogen worden op ± 1 mm van de kant in de deurposten voorzichtig 1 mm gaatjes geboord, voor de haaks omgebogen stukjes draad, waarin de hekken komen te hangen. Hekken aluminium verven. Op het smalle perrondeel kan een Vollmer kraantje worden geplaatst, op het brede perroneind een Faller lattenschuurtje. In hoek van laadplaats M (fig. 2) trapje lijmen.
Schilderen
Houten reepjes op dak in de kleur van het schuurpapier verven, en dit tevens wat vlekkerig maken.
Overhangende dakdelen van onder mat licht bruin, zijdakranden en deuren en ramen glanzend donkerbruin. Bordesje licht, mat bruin, trapjes dito of grijs, laadplaats grijs, buitenlampen zilver, zijranden onderplaat mat-groen, langs railzijde grijs. Tenslotte kan naar eigen smaak het een en ander worden voorzien van reclames en andere opschriften.