Geschiedenis van de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij (NBDS) - deel1
Origineel geschreven door J. J. B. Vellekoop
Gepubliceerd in Hobby Bulletin, mei 14e jaargang - 1962
Originele titel: Uit het stoomtijdperk der NS deel 4

Hebben wij in de vorige artikelen een overzicht gegeven van de historische ontwikkeling der N.C.S. en wel in het bijzonder aangaande haar locomotiefpark, thans gaan wij over tot het bedrijf van de voormalige Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij (N.B.D.S.). Zoals reeds aangeduid lag haar doelstelling voornamelijk op internationaal niveau: de aanleg en exploitatie van een spoorweg Boxtel-Gennep-Wesel. Geografisch gezien was er een punt van overeenkomst tussen beide maatschappijen: de N.C.S. was een binnenlandse schakel in ’t spoorwegverkeer West en Noord-Nederland, de N.B.D.S. was dit in internationaal verband: Engeland-Duitsland via Queensborough-Vlissingen-Boxtel-Wesel. De omvang van het intern, verkeer is dan ook steeds bepalend geweest voor de exploitatie-uitkomsten van de N.B.D.S., daar het lokale reizigersvervoer t.g.v. de dunbevolkte streek een zeer ondergeschikte rol heeft gespeeld. Deze omstandigheid is de N.B.D.S. tenslotte noodlottig geworden en heeft er toe bijgedragen dat van een winstgevende exploitatie nimmer sprake is geweest. „Al het heden wordt verleden” zou voor de N.B.D.S. eerder dan men had vermoed worden bewaarheid: van een belangrijke schakel in ’t internationale spoorwegverkeer uit de 90er jaren tot een onbeduidend lokaalspoorlijntje sedert 1914....
Historisch overzicht
De N.B.D.S. werd opgericht in mei 1869. Oorspronkelijk had zij haar zetel te Rotterdam welke echter spoedig werd verplaatst naar Gennep. Als directeur trad op de heer J. H. Voorhoeve, die deze leidende functie tot het einde der N.B.D.S. exploitatie in 1919 heeft bekleed. Zoals hiervoor gezegd, was de doelstelling het tot stand brengen van een rechtstreekse verbinding tussen de zeehavens Vlissingen, Antwerpen en Rotterdam enerzijds en Midden- en Noord-Duitsland anderzijds. Een bestaande concessie van febr. 1869 voor het baanvak Boxtel-Duitse grens werd door de N.B.D.S. overgenomen, terwijl voor het Duitse traject van Gennep naar Kleef en van Goch naar Wesel in febr. 1872 concessie werd verkregen van de Pruisische regering. De verbinding met Kleef is echter nooit tot stand gekomen. De aanleg van de lijn Boxtel-Wesel heeft vele jaren gevorderd: enerzijds omdat de Engelse aannemers spoedig reeds in gebreke bleven en de N.B.D.S. zich daardoor verplicht zag de werkzaamheden zelf ter hand te nemen, anderzijds door de financiële zorgen waarmede zij te kampen kreeg welke van lieverlede een chronisch karakter gingen aannemen. Het gevolg hiervan is geweest dat praktisch al het rollend materieel in de loop van de jaren moest worden gehuurd, waarvoor een z g. Maatschap werd gevormd welke dit materieel aankocht. Na moeitevolle arbeid kon op 15 juli 1873 het traject Boxtel-Goch (52,5 km) in exploitatie worden genomen, waarna op 1 juli 1878 de verbinding met Wesel tot stand kwam. Hiermede verkreeg de spoorweg een totale lengte van 101 km. Oorspronkelijk enkelsporig is men in later jaren op enkele baangedeelten tot dubbelspoor over moeten gaan ten behoeve van de regelmatige dienst van de mailtreinen. Hoewel Gennep was aangesloten op het intern, spoorwegnet bleven de overige dorpen aan de rechter Maasoever van de zegeningen van het stoomverkeer verstoken, óók nadat de S.S. lijn Nijmegen-Venlo op 1 mei 1883 in exploitatie was gebracht daar deze laatste op de linker, dus Brabantse oever via Cuijk was aangelegd. Dit isolement vormde dan ook een schille tegenstelling tot de bevoorrechte positie van Gennep, hetgeen typerend is weergegeven in de dichtregelen in het „Lied van Limburgs Steden”:
Gennep ziet de rossen ijlen van het wereld stoomverkeer dampend, stampend zonder wijlen bindend Oost- en Westersfeer...
Aan deze toestand zou op inititaief van dir. Voorhoeve eerst een einde komen bij de opening van de Maas-Buurtspoorweg Nijmegen-Venlo op 31 mei 1913.
In de volgende zin lijken enkele woorden te zijn weggevallen... Ik heb het hier geplaatst zoals het origineel afgedrukt is in het magazine.vormde dan ook een schrille tegenstel- deelte Boxtel-Goch in 1873 werd aangevangen met 6 locomotieven, 19 rijtuigen en enkele goederenwagens. De locomotieven waren van Engels origine, het overige materieel van de firma Beennes te Haarlem. De précaire financiële positie waarin de N.B.D.S. van de beginne af was komen te verkeren wordt wel typerend geïllustreerd door het volgende: Van de 55 bij de fa. Beijnes bestelde rijtuigen werden er in de loop van 1873 slechts 19 af genomen en kort daarop betaald. In jan. 1874 volgden nog 13 rijtuigen welke echter niet gekocht maar werden gehuurd. Ook bij deze betalingswijze ontstond een steeds grotere achterstand welke eerst werd ingelost toen de N.B.D.S. in aug. 1874 dringend verlegen zat om 10 wielstellen: de levering hiervan werd door Beijnes terecht afhankelijk gesteld van betaling der achterstallige huurpenningen. Aflevering van de resterende rijtuigen aan de N.B.D.S. heeft echter nooit plaats gevonden. Geen wonder dat Beijnes eens verzuchtte dat „Boxtel-Wesel” hem dwars in de maag lag en dat spotters de initialen N.B.D.S. op locomotieven en rijtuigen brandmerkten als: „Nooit Betaald Die Sm ”. Maar nemen wij kennis van de exploitatiemoeilijkheden w.o. de N.B.D.S. te lijden had dan blijkt dat door deze kleine maatschappij een heldhaftige concurrentiestrijd moest worden gestreden tegen de machtige S.S. zowel ten opzichte van het reizigers- als het goederenvervoer op de internationale verbindingen. Het situatiekaartje (afb. 1) toont ons o.a. de ligging van de N.B. D.S. lijn Boxtel-Wesel parallel aan de S.S. verbinding via Venlo-Krefeld. Met de in dienststelling van het sluitstuk Goch-Wesel in 1878 was de internationale verbinding Engeland-Duitsland via Gennep een feit geworden. Reeds op 1 sept. 1873 was n.l. de aansluitende S.S. lijn Vlissingen-Boxtel geopend, gevolgd op 15 mei 1876 door de bootdienst Queensborough-Vlissingen der Mij. „Zeeland”.
Na de doortrekking tot Wesel kon de N.B.D.S. lijn ook ten volle tot haar recht komen hetgeen tot het jaar 1880 een gestadige stijging van de ontvangsten met zich bracht. In 1881 begon de N.B.D.S. een belangrijke plaats in het internationale verkeer in te nemen. Met ingang van 18 mei van dat jaar werden de op de nachtboot ocrresponderende mailtreinen voor Hamburg en Berlijn, welke tot dusverre over de S.S. route Venlo- Krefeld liepen via Gennep geleid. In 1887 werd dit aantal nog verdubbeld door de inlegging van een dagbootverbinding door de Mij. „Zeeland”. Zulks zou echter van korte duur zijn: Gesteund door de gemeente Krefeld wist de S.S. gedaan te krijgen dat de Berlijnse mailtreinen met ingang van 1 juni 1888 weer via Venlo-Krefeld werden gevoerd. Een verbetering was dit echter geenszins: het inhalen van vertragingen waarvoor het traject Boxtel-Wesel bij uitstek geschikt was, bleek op de langere route via Venlo ten ene male onmogelijk, mede door het noodzakelijke rembouseren der treinen te Kempen (zie kaartje). Zowel het publiek als posterijen waren van deze gang van zaken de dupe hetgeen wel tot uiting kwam in het besluit van de Nederlandse en Duitse postadministratie om bij vertraagde aankomst van de dagboot te Vlissingen gebruik te maken van de Hamburger D-trein over Gennep teneinde de post voor Berlijn via Hamburg te vervoeren en de vertraging alzo te beperken. Maar hiermede was de zaak niet opgelost want het kreeg er alle schijn van dat het Londen-Berlijnse reizigers- en postvervoer voor Nederland zou verloren gaan ten gunste van de kortere Belgische route via Dover- Ostende-Keulen. Een Nederlandse spreekwijze dreigde bewaarheid te worden: „Twee honden vechten, om ’n been, een derde loopt er ras mee heen!” Maar thans greep de Nederlandse regering in hetgeen tot gevolg had, dat met ingang van 1 dec. 1892 de Berlijnse mailtreinen weer via Gennep werden gevoerd. Van genoemde datum af wercen de mailtreinen door de N.B.D.S. voor de richting Berlijn tot Oberhausen en voor de richting Hamburg tot Haltern gereden. Ook ten opzichte van het goederenvervoer kenmerkten zich de jaren 1880- 1892 tot een periode van felle concurrentie met de S.S. Daar het N.B.D.S. transitoverkeer zich in de jaren 1878-1881 steeds meer begon te ontwikkelen ten koste van de S.S. route over Venlo trachtte S.S. dit vervoer o.a. door tariefsverlagingen terug te winnen hetgeen echter mislukte. De in samenwerking met de Veghelse Schroefboot Onderneming door de N.B.D.S. tot stand gebrachte goederendienst van Rotterdam over de Zuid-Willemsvaart naar Veghel-Haven met gosderenoverlading aldaar van boot op trein en omgekeerd, breidde zich dusdanig uit, dat de N.B.D.S. er in 1885 toe overging de stoombootdienst in eigen beheer uit te voeren waarvoor twee stoomboten: de „Boxtel” en de „Wesel” door haar werden aangeschaft. Meer succes had de S.S. om de N.B.D.S. te dwarsbomen in haar pogingen om het transitoverkeer België-Duitsland over haar lijn te krijgen in veband waarmede door de N.B.D.S. in 1881 concessie was aangevraagd voor ’n spoorwegverbinding Boxtel-Baarle Nassau in aansluiting op de lijn naar Antwerpen. Zulks in concurrentie met de S.S.-verbinding Antwerpen-Roosendaal-Tilburg-Venlo (zie kaartje). De voor de N.B.D.S. nadelige omstandigheid dat zij in zekere zin afhankelijk was van S.S. voor het medegebruik van station Boxtel werd door S.S. ten volle uitgebuit om de N.B.D.S ambities te verijdelen. Inderdaad is zulks gelukt: de verbinding Boxtel-Baarle Nassau is er nimmer gekomen. Ook een door de N.B.D.S. verworven vrachtvervoer naar Westfalen in 1883 werd haar in 1885 weer ontnomen daar de S.S. er in slaagde een voor Pruisen voordeliger contract af te sluiten via Venlo-Kaldenkirchen. Eerst in 1892 kwam aan deze concurrentiestrijd een einde en werd de verhouding tussen beide maatschappijen aanzienlijk beter. Zoals we reeds hebben gezien werden in genoemd jaar zowel de mailtreinen naar Hamburg als naar Berlijn weer via Gennep gevoerd hetgeen vanaf 1 juni 1897 in overleg met S.S. eveneens geschiedde met de mailtreinen naar Zuid-Duitsland. Sedert 1892 heeft de N.B.D.S. zich in een steeds groeiende vooruitgang mogen verheugen waaraan een abrupt einde kwam op 1 aug. 1914: vanaf deze fatale dag behoorde haar internationale taak tot het verleden (Wordt vervolgd)



dat ongeval uit boxtel vond plaats op11 augustus 1895