NS Silo Bollenwagen
Origineel geschreven door F. M. Welter
Gepubliceerd in VT Vrije Tijd, Januari 1968
Originele titel: Hogedrukketels van Pingpongballen NS-silowagen voor modelbaan

Leuk om eens te lezen en bruikbare ideeën uit te halen. Met tekening van het grote voorbeeld.
Hoe meer goederen men per spoor vervoert, hoe meer de wagons worden aangepast aan de produkten die dagelijks hun weg vinden via de rails. Wie van tijd tot tijd eens op een spoorwegemplacement het drukke bewegen van allerlei wagens gadeslaat, zal het opgevallen zijn dat het aantal rijdende silo's van de N.S. steeds groter wordt. Deze typische wagons met hun in het oog lopende reuzenbollen zijn bestemd voor het vervoer van onverpakte, fijnkorrelige of poedervormige stoffen. Zij hebben een laadvermogen van 34 m3 en worden geladen door de vulopenlngen boven op de hogedruksilo's. Het lossen van de poedervormige lading gebeurt met perslucht, waardoor de inhoud van de silo als een vloeistof uit de wagen stroomt. Dat werken met perslucht brengt echter met zich mee, dat er op deze wagen nogal wat buizen te zien zijn. Toch is de silowagen, niettegenstaande zijn vrij gecompliceerde uiterlijk, door een handige modelbouwer zonder veel moeite als model na te bouwen.
Het gereedschap dat u daarvoor nodig heeft, bestaat uit: figuurzaag, buigtangetje, vijl, boor, kniptang, passer en een nauwkeurige centimeter.Het materiaal dat wij ervoor gebruikten: een stukje zinkplaat van 1,5 mm dik, een messing U-profiel van 2X3 mm, een recht stuk staaldraad 1 mm dik, vier buffers, twee koppelingen, twee wielstellen, twee tafeltennisballetjes, metaallijm en verf met een kwastje.
De bodemplaat
De op de onderstaande tekening vermelde afmetingen zijn die welke de wagen in het grootbedrijf heeft. U kunt dit zelf naar uw schaal omrekenen. U begint bij de bouw met de zinken bodemplaat nauwkeurig op maat uit te zagen. Als eerste soldeert u de stelbalk vast. Het is een stuk messing profiel met de opening naar buiten, even lang als het bodemplaatje minus 2X3 mm voor de bufferbalk, die op de smalle kant van het bodemplaatje wordt gesoldeerd. Hierna monteert u de vier buffers op de juiste afstand. Ook de juiste plaats en afmetingen van de scheenplaten, die de verbinding tussen wielen en wagon vormen, zijn gemakkelijk van de tekening te herleiden. De scheenplaten worden met vier tegelijk afgetekend, geboord en uitgezaagd uit een smalle strook zinkplaat (zie figuur 1). Daarna soldeert u de scheenplaten zuiver tegenover elkaar tegen de binnenzijde van de stelbalken (zie figuur 2). Hierbij dient u wel snel te werk te gaan met een goed warme soldeerbout. Let u echter op, dat u het U-profiel niet te lang verwarmt, aangezien de hele stelbalk dan misschien weer loslaat. Als u inderdaad vreest, dat dat gebeurt, breng dan wat plaatselijke afkoeling aan in de vorm van een pluk natte watten, die u goed aandrukt. Ziet u tegen solderen op, dan kunt u de delen ook tegen elkaar bevestigen met metaallijm, een twee-componenten-kunstharslijm, die na vierentwintig uur doorgehard is en werkelijk alles aan elkaar hecht. Als u de wielstellen nu tussen de scheenplaten steekt, dan zijn we zo ver gevorderd dat het wagentje kan rijden. Alvorens echter verder te gaan met bouwer dienen we de rijeigenschappen goed te beproeven. Het is niet zo prettig een fijn gedetailleerde wagen te hebben, die slechte rijkwaliteiten heeft. Kleine correcties in de stand van de wielen, scheenplaten enzovoort kun nen in dit stadium van de bouw me meer gemak worden aangebracht dan later als de bovenbouw gereed is.
Vorm
Tot zover hebben we voor onze wagen eigenlijk een standaard onderstel gebouwd, dat, uiteraard met klein wijzigingen in de maten, uitsteken als basis voor andere wagens kan worden gebruikt. Nu gaan we verder deze silowagen zijn ware "gezicht" te geven: de montage van twee hoge-drukketels. Wij hebben daarbij het geluk, dat normale tafeltennisballetjes precies de juiste afmetingen hebben voor de hogedrukketels op schaal 1:87. Daar komt nog bij, dat deze balletjes bijzonder licht zijn en het wagentje niet topzwaar maken. Indien u foto en tekening goed bekijkt, dan ziet u, dat de ballons in hun eigen draagplaten rusten, die op hun beurt weer gedragen worden door een U-profiel. Met dat laatste beginnen wij. U lijmt of soldeert een profiel in de lengterichting op de bodemplaat vast. U dient van tevoren wel even beide uiteinden schuin af te vijlen. Daarna zaagt u uit de zinkplaat twee plaatjes, waarin later de ballons rusten in een opening van 2,5 cm diameter. Op de bodemplaat zaagt u op 18 mm aan weerszijden van het midden een gat van 20 mm diameter, waar het onderste deel van het balletje in rust (zie figuur 3). Nu kunt u de tafeltennisballetjes op de draagplaten op de U-pro-fielen monteren. Dat kunt u uiteraard niet met de soldeerbout doen. Hier dient u uw toevlucht te nemen tot metaallijm, die er wel heel dun op gesmeerd moet worden.
Pijpen en hekwerk
De pijpleidingen zijn een belangrijk element van de silowagen. U kunt ze buigen uit 2-mm-ijzerdraad, dat u met metaallijm in de tevoren geboorde gaatjes vastzet. Aan het uiteinde van de pijpen zit een afsluiter, die u uitstekend kunt maken van de kleinste metalen drukknoop die in de handel te krijgen is. Een grotere metalen drukknoop, die u van tevoren eerst even plat slaat met een hamer, kan dienst doen als vulopening boven op de ketels. Als laatste zijn dan aan de beurt: het trapje, de treeplankjes en de leuningen, die eveneens zorgvuldig worden nagebogen en in de tevoren geboorde gaatjes worden gesoldeerd of gelijmd (zie figuur 4). (Wie de detaillering heel fijn wil maken en het geluk heeft een foto van een dergelijke silowagen te kunnen nemen, gebruike een vergroting of verkleining — al naar gelang van de opname — van het nummerbord van de wagen). De koppelingen worden op een aan de onderkant van de bodemplaat vastgesoldeerd boutje vastgeschroefd.
Schilderen
De originele silowagens zijn glanzend grijs geschilderd, vooral om de poedervormige lading niet te gemakkelijk op de wagens te laten hechten. Bij de modelbouw is het beter dergelijke hoogglanseffecten te vermijden. Het is daarom aan te raden halfmatte grijze verf te gebruiken. Zo fraai glanzend zijn de wagens in het grootbedrijf echter niet lang. Na de eerste keer vullen zijn ze al vaak bestoven door de poedervormige lading. Dat effect kunt u ook bereiken door heel voorzichtig over de natte verf een heel klein beetje gips door een (thee)zeefje te strooien. Maar doet u dat wel met heel kleine beetjes tegelijk (anders lijkt uw model op een gebakje). Als u een hele serie Van deze silowagens maakt, kunt u een interessante trein samenstellen, die vooral uw industriesporen een „echt" aanzien geven.