Kolen Opslagplaats


Origineel geschreven door J. Maat
Gepubliceerd in Hobby Bulletin, juli 16e jaargang - 1963
Originele titel: Kolen opslagplaats

Als u over niet veel ruimte beschikt voor een groot rangeerterrein zult u ook wel eens moeilijkheden bij het volbouwen van de ruimten tussen de rails ondervinden, omdat veel in de handel zijnde modellen te breed van grondoppervlak zijn.

De normale railafstand na de wissel is 52 tot 65 mm bij hO en met een beetje moeite en weinig kosten is het goed mogelijk om hier toch iets origineels te bouwen.

We hebben nodig:
a) zakje bruine latjes van Realix
b) namaak kolen (b.v. Vollmer)
c) muurtjes van plastic (Faller no. 957)
d) plastic lettertjes
e) stukje dakpannen-plaat

voor de rest wat afvalprodukten. zoals hardboard, fineer, papierclips enz.

HB63-jul-63In fig. 1 ziet u waar de opslagplaats eigenlijk wordt gebouwd; deze bestaat uit twee delen A en B. We beginnen met A: (zie fig. 2).

We zagen een stukje hardboard uit van 160 x80 mm; de ruwe zijde is voor ons de bovenkant. De voorkant goed afschuinen teneinde een vloeiend geheel te krijgen met de ondergrond. De loods bestaat uit twee zijkanten en een achterkant en een dak, welke we zagen uit 1 mm vliegtuigtriplex. De uitgezaagde delen lijmen we nu op het hardboard zoals aangegeven in de tekening. De buitenkant bekleden we met een stukje fineer, zodat het geheel het aanzien van „echte” planken krijgt.

Hebben we geen fineer dan beitsen we de delen. De loods wordt met een tussenschotje verdeeld in twee delen, b.v. voor grove en fijne kolen.

Uit de dakpannenplaat (Faller) zagen we het dak van 87 x 39 mm; hebben we geen dakpannen-plaat dan nemen we triplex dat we beplakken met fijn schuurpapier en dat we mat-zwart verven (asfalt-effect). Om de zaak een levendig uiterlijk te geven nemen we nu een stukje afvalplastic, waarop we in plastic-letters het woord KOLEN lijmen. Zijn we in het bezit van Faller-assortiment no. 922 dan kunnen we een van de vele firma-opschriften gebruiken om vóór het woord KOLEN te lijmen; het stripje waar op de letters zijn gelijmd, plakken we tegen de voorkant van het schuine dak. De muurtjes vastlijmen volgens fig 2.

HB63-jul-63-2

Nu gaan we verder met het bouwen van B (fig. 3). Hiervoor zagen we een stukje hardboard uit van 220 X 66 mm (afhankelijk van railafstand). We leggen nu 18 latjes van Realix precies tegen elkaar en lijmen hierop 8 latjes (fig. 4). Van het aldus verkregen plankier zagen we 4 schuttingen zoals met stippellijnen is aangegeven.

HB63-jul-63-3

Deze schuttingen moeten beslist niet mooi zijn, want dat schaadt de werkelijkheid. Om de bevestiging van de schuttingen op het board wat stevigsr te maken, lijmen we smalle houten stripjes op het stukje board, waartegen we de schuttingen vastlijmen.

Zoals u in fig. 3 ziet, moet er nu nog een gedeeltelijke overkapping op, welke we ook maken van Realix-latjes, precies als bij de schutting; we lijmen er nu echter kruiselings een verstevi-gingslatje op.

Het dak komt te rusten op vier lucifers zoals aangegeven in fig. 3; de voorste zijn langer dan de achterste. We nemen nu alabastine of gips en brengen daarvan in alle kolenhokken een hoeveelheid aan als basis voor de namaak kolen. Als de massa goed droog is nemen we dikke zwarte verf en smeren dat er dik overeen, waarna we er kolengruis op strooien.

Het dak wordt nu opgelijmd en we letten hierbij op dat dit niet te dicht bij de rails komt, omdat anders de wagons klem zouden kunnen lopen.

Op het afwerken na zijn we nu klaar en hiervoor moet u uw fantasie laten gelden. Met matverf maken we de binnenkanten van schuttingen enz. zwart; de buitenkanten geven we een wat opgewekter kleur, b.v. oud-groen. Hier en daar een ladder, een kruiwagen o.i.d. brengen uw schepping tot leven. Voor degenen die oliestook prefereren is het mogelijk om ook nog een liggende tank te monteren; hiervoor nemen we b.v. een stuk bezemsteel of iets wat daarop lijkt; de afmetingen moeten circa 70 X 25 mm bedragen.

Het tankje komt te rusten op steunen die we kunnen verven of beplakken met steentjespapier. Een paar leidingen moeten we uiteraard niet vergeten en hiervoor gebruiken we afval-plastic of papierclips; een gebogen ladder tegen de tank en het is gebeurd. De tank zwart verven en weer beplakken met een firmanaam.

Laat het dak van loods A ook niet te helder en gebruik ook hier wat zwarte verf (mat). Het resultaat is een getrouwe copie van een werkelijke kolenopslagplaats, welke te vies is om aan te pakken
De moderne kolenhandelaar heeft geen bedrijf meer, dat "te vies is om aan te pakken”, vooral die handelaren die op spoorwegterrein gevestigd zijn, moeten aan bepaalde eisen voldoen. Men werkt dan ook meestal met keerwanden van beton (b.v. 2 m hoog), waarmede een groot aantal hokken gevormd worden, terwijl de lossing uit de wagens met transportbanden geschiedt.

U vindt zo’n „kolenboer" op bladzijde 89 van de M.K.-uitgave: „Het sporenplan voor de Modelbaan”, waarbij u tegelijk zult zien, dat plaatsing tussen twee sporen met zo weinig ruimte niet mogelijk is. Als minimum breedte voor zo’n kolenterrein moet u rekenen op een losweg van 6 m breedte en hokken van ca. 8 m diepte, samen dus 14 m.

De schrijver heeft bovendien over het hoofd gezien dat voor de spoorwegen een profiel-vrije ruimte geldt. Het is niet geoorloofd te bouwen op een afstand van minder dan 2 meter uit het hart van het spoor.

  • Dit artikel is bedoeld als inspiratie om zelf aan de slag te gaan. Het is niet per se een 1 op 1 handleiding omdat bijvoorbeeld sommige dingen niet meer leverbaar zijn, of er zijn inmiddels betere materialen of oplossingen beschikbaar.
    Zie het vooral als inspiratie en haal er de voor u bruikbare dingen uit.