Simpele huizen voor bij de modelspoorbaan
Origineel geschreven door J. Peeters
Gepubliceerd in Na Vijven, april 1965
Originele titel: Eenvoudige scenery voor de modelbaan
Ondanks de grote belangstelling voor de echte modelbouw, blijkt toch steeds weer dat velen dit wat anders bekijken. Dat zijn de mensen die de spoorbaan en het rollend materieel het belangrijkst vinden, en de scenery uitsluitend zien als decor. Zoals onze abonnee uit Groningen, de heer Barf. Hij is van mening, dat al die kleine details zoals goten, regenpijpen en dergelijke geen rol spelen, als alles aangekleed is met wegen, spoorbanen en groen. En zoals gezegd: hij is niet de enige die er zo over denkt.
Ook voor de jeugdige spoorbaan-liefhebbers is zijn manier van huisjes maken interessant en niet duur. Wij laten de heer Barf nu zelf aan het woord.
Op de foto’s ziet u de verschillende gebouwen zoals kerk, boerderij, school, molen en diverse huizen. Alles maken we van sigarenkistjes-hout. Voor de schuine daken gebruiken we karton van 2 mm, omdat dit op de dikte-kanten gladder is dan hout (kopse kanten). Van binnen zijn de hoeken versterkt met vierkante latjes. Platte en flauw hellende daken beplakken we met schuurpapier. De andere daken werken we af met Faller-dakpannenpapier, al dan niet geverfd, voor wat afwisseling. Wanneer we een dorp bouwen zetten we achter elke woning nog een schuurtje. Een kerk, boerderij of school bouwen we op dezelfde manier als de huizen. Bij de boerderij is de schuur gedeeltelijk beplakt met rollywood.
De molen-onderbouw maken we van 2 mm karton en stevig papier om een goede vorm te krijgen. Het onderste deel beplakken we met steen-tjespapier en de rest met rollywood. De kop vormen we uit een stukje massief hout en beplakken ook deze met rollywood.
De balken maken we van cederhout, dus sigarenkistjeshout. De wieken kunnen we laten draaien in een kokertje, dat we maken van een ballpointstift. Het wiekenkruis zagen we uit triplex van 4 mm; voor het asje gebruiken we een dunne spijker of stokje. Van 1 mm koperdraad vormen we de rest van de wieken die we aan beide zijden beplakken met sellotape. Dat verven we mat wit en trekken er na drogen met zwart zacht potlood dwarslijntjes in. Ook de ramen en deuren van de gebouwen brengen we aan met verf. Het „glas” imiteren we met grijze verf, de kozijnen trekken we met witte, groene of crème lak. Deuren geven we een bruine, groene of andere kleur naar eigen smaak. Als we het trekken van de lijntjes te moeilijk vinden, kunnen we ook strookjes papier opplakken. Tot zover de heer Barf.
We hebben de heer Barf gevraagd hoe hij aan de afmetingen van de huisjes is gekomen. Onze abonnee gaat daarvoor steeds uit van een Groningse bouwverordening, waarvan u in bijgaande tabel een overzicht ziet.
Oppervlakte | bij een minimum-
breedte van |
|
---|---|---|
woonkamer | 16,5m² | 3,5m |
keuken | 3,5m² | 1,75m |
ouderslaapkamer | 10,5m² | 2,8m |
1-persoons slaapkamer | 5m² | 2,2m |
2-persoons slaapkamer | 7m² | 2,2 |
W.C. | 0,8m² | 0,8m |
douche | 1,6m² | 1,15m |
Bovenkant begane grondvloer tot bovenkant verdiepingsvloer: minimum 2,80m | ||
Op de slaapverdieping: bovenkant vloer tot onderkant plafond: minimum 2,30m |
Op het werkblad staan enkele tekeningen. Bij de doorsneden 1 t/m 6 zijn verschillende dakvormen aangegeven. Deze kunnen met nog veel meer vormen uitgebreid worden.
De daken 1 t/m 4 zijn toe te passen bij de getekende plattegronden. Bij doorsnede 5 en 6 moeten de indelingen worden veranderd, omdat op de verdieping niet de volle vloeroppervlakte benut wordt.
De dakhelling in doorsnede 6 wordt veel toegepast bij brugwachtershuisjes. Als blijkt, dat voor de besproken gebouwen voldoende belangstelling bestaat, zullen wij een tekening daarvan samenstellen.
Een briefkaart aan de redactie van Na Vijven, Lijnmarkt 43, Utrecht, mét uw wensen voor eventueel nog andere gebouwen is voldoende.