Koud vuur in Open Haard


Origineel geschreven door een onbekende schrijver
Gepubliceerd in VT Vrije Tijd, november 1970
Originele titel: Koud vuur in open haard

Een echte open haard is in de meeste gevallen een vrij kostbare zaak. Daarom zocht de heer G. J. Molenaar uil Heiloo naar een voordelig compromis. Uiteindelijk werd het een imitatie-openhaard zonder kitsch-allures.

„Het gebeurde zelfs, dat mensen uit de buurt in het voorbijgaan een begerige blik wierpen op het gezellige openhaardvuur in de woonkamer. Later vroeg men dan het vuur even van nabij te mogen aanschouwen. In de kamer werd de vuurhaard zo dicht mogelijk genaderd en zochten de handen automatisch de warmte boven de vuurgloed. Kil was dan altijd de ontdekking, dat het hier een open haard betrof met koud vuur, een bijna volmaakte imitatie." Dit vertelt de heer G. J. Molenaar uit Heiloo, die met zijn vondst dus al plaatselijk opzien baarde.

„Het begon allemaal met de komst van het aardgas. We kregen centrale verwarming en de schoorsteen, die midden in de woonkamer staat, werd dus overbodig. Verwijderen zou te veel kosten en bovendien weet je nooit wat er dan te voorschijn komt. We besloten de schoorsteen te laten staan en overwogen wat met het gat in de schoorsteen moest worden gedaan. Dichtmetselen zou het aanzien erg saai maken en toen pas gingen onze gedachten uit naar een open haard. Het kon echter geen „echte" worden, want behalve dat de aanleg hiervan met hoge kosten gepaard gaat, zou ook de schoorsteen gerepareerd moeten worden, wat weer de nodige rommel met zich meebrengt. Het werd daarom een namaak-openhaard. In de winkel kost zo'n ding wel een paar honderd gulden. We gingen dus zelf aan de slag, wat ons aan materiaalkosten uiteindelijk niet meer heeft gekost dan 25 gulden." Aldus de heer Molenaar, die trots net verhaal vertelt van het ontstaan en uitlegt, waaruit „de vondst" bestaat en hoe het karwei werd geklaard.

Openhaard2De eigenlijke vuurhaard is heel simpel van opbouw. Hij bestaat uit twee rode lampen van elk 60 watt, gemonteerd in een bajonetfitting. Daarboven bevinden zich lichtgewicht-reflectortjes, die in het midden op de punt van een stopnaald rusten. Reflectortjes en stopnaald-punten zijn met aluminium strippen verbonden met het voetplankje. Het geheel is ongeveer 25 centimeter hoog. Door de warmte die de lampen afstralen, zetten de reflectortjes zich in beweging en ontstaat een „fire-flame'-effect. Dit hele zaakje staat als het ware in een verdiept bakje in de schoorsteennis en kan te allen tijde worden verwijderd. Als gedeeltelijke afsluiting van de nis werd tot ongeveer 30 centimeter boven de vloer een klamp gemetseld, die weer werd afgewerkt met brokken Solnhofener kalksteen, zoals de bestaande vlakken van de schoorsteen-mantel. Van de twee nisbussen werd er één dichtgemaakt, de randen van de nis werden afgewerkt met zwarte, dubbelhardgebakken tegeltjes, terwijl het inwendige van de haard bestaat uit ruw schuurwerk (geen glimmende effecten).
OpenhaardDe vuurhaard werd tenslotte afgedekt met gaas, plastic en stukjes houtskool. Dit laatste kan heel goed in plaats van imitatiehoutblokjes, die al gauw zo'n 50 gulden per stuk kosten. Als sier bevinden zich boven het dichtgemetselde gedeelte nog twee koperen pijpjes (afvalmateriaal van de loodgieter).
Hoewel dit haardje niet de warmte afstraalt die we er zo op het eerste gezicht van verwachten, betekent deze vondst toch een origineel compromis tussen een aantal huiselijke factoren. Als je in de kamer staat, zou je zweren dat het vuur in de haard echt is, wat al een verdienste op zich is.