Geschiedenis en locs van de NBDS – deel2


Origineel geschreven door J. J. B. Vellekoop
Gepubliceerd in Hobby Bulletin, juni 14e jaargang - 1962
Originele titel: Uit het stoomtijdperk der NS deel IV - 2

uit-het-stoomtijdperk-der-ns

vorige deel

In verhouding tot het locomotiefpark der N.C.S. is dat der N.B.D.S. be­trekkelijk klein gebleven, verband houdend met de aard van het bedrijf. Beide maatschappijen hebben echter in de beschildering harer locomotieven een persoonlijk element weten te bren­gen in afwijking van de traditionele groene kleur: schilderde de N.C.S. haar locomotieven sedert 1892 bronsgeel en later donkerbruin; de sedert 1908 door de N.B.D.S. in dienst ge­stelde locomotieven waren donker­blauw.

Afb. 2 - Model van sneltreinlocomo- tief N.B.D.S. 31 (1908) schaal 1 : 10. (Foto: Nederlands Spoorweg- wegmuseum, Utrecht.

Afb. 2 - Model van sneltreinlocomotief N.B.D.S. 31 (1908) schaal 1:10.
(Foto: Nederlands Spoorwegwegmuseum, Utrecht.

Deze fraaie kleur kunt u bewonderen in het Spoorwegmuseum te Utrecht alwaar een imposant model van loc. nr. 31 in schaal 1:10 u de vergane glorie der N.B.D.S. stoomtractie voor ogen stelt. Afb. 2 geeft een indruk van dit tot in de perfectie uitgevoerde model, vervaardigd door de heer C. J. Honig in de jaren 1953-’59. De N.B.D.S. locomotieven uit de vroeg­ste periode tot 1892 waren donker­groen geschilderd en die welke tussen 1892 en 1908 in dienst zijn gesteld licht­groen. Zoals reeds vermeld werd de exploi­tatie in 1873 aangevangen met 6 lo­comotieven, waarvan er 5 nieuw wer­den aangeschaft en de 6e van een aannemer werd overgenomen alwaar deze dienst had gedaan bij de aanleg van de lijn.

Loc. serie 1—5

Deze eerste serie droeg de volgende namen: Gijsbert van Beverwijk, Sophia, Mina, Lucinda en Henriëtta. Reeds in 1892 werden de namen echter weer verwijderd. Zoals afb. 3 toont waren deze locomo­tieven van het 1B type met binnenlig­gende cilinders en hadden een twee-assige tender. Ze waren gebouwd coor Beyer Peacock & Co. Ltd., Manchester. Evenals bij de S.S. was de standplaats van de machinist links. Hoewel het in de bedoeling had gele­gen 10 dezer machines aan te schaffen werden er nimmer meer dan 5 stuks geleverd.

Afb. 3-N.B.D.S.nr.1 Beyer Peacock & Co. Man­chester 1873. (Foto. Derens)

Afb. 3 - N.B.D.S. nr. 1
Beyer Peacock & Co. Man­chester 1873.
(Foto. Derens)

Oorspronkelijk waren deze locomotie­ven voorzien van een cilindrische schoorsteen met koperen rand doch deze werd bij de nrs. 1—4 vervangen door een tapse schoorsteen zonder rand zoals te zien op afb. 3 van loc. nr. 1. Locomotief nr. 5 heeft de cilindrische schoorsteen steeds behouden en heeft als enige van de serie het N.S. tijdperk beleefd onder nr. 775. In 1891 werd deze locomotief voorzien van Westinghouse-rem welke alléén op de tenderwielen werkte. Zulks uit overweging om opduwing van de trein tegen de locomotief tijdens het rem­men te voorkomen. Deze praktijk bleef de N.B.D.S. nog vele jaren volgen daar haar rijtuigen slechts voor een gedeelte van Westinghouse-rem waren voorzien en de overige alleen van doorgaande remlei­ding.

Loc. nr. 11

Dit was een 3-assige tendermachine met buitenliggende cilinders en in 1871 vervaardigd door Fox Walker & Co. te Bristol. Deze, bij de aanleg der lijn dienstgedaan hebbende, locomotief was alleen voor rangeerdienst geschikt en werd dan ook uitsluitend als zodanig gebruikt. In 1882 werd ze buiten dienst gesteld. Of van deze machine een af­beelding bestaat is mij niet bekend.

Afb. 4 - S.S. nr. 219 vroeger N.B.D.S. nr. 15 serie 12-17. Hohenzollern A.G. (Foto: Derens)

Afb. 4 - S.S. nr. 219 vroeger N.B.D.S. nr. 15 serie 12-17. Hohenzollern A.G.
(Foto: Derens)

Loc. serie 12-17 (N.S. 3001-3006)

Na de doortrekking van de lijn tot Wesel in 1878 werden nog 4 locomo­tieven (nrs. 12—15) in dienst gesteld. Zoals afb. 4 weergeeft waren dit C goederenlocomotieven met buitenlig­gende cilinders en 3-assige tender. Deze foto is genomen na overname door S.S. in 1919 en draagt het S.S. nummer 219. Ze waren afkomstig van Hohenzollern A.G. Düsseldorf. Eerst in 1914 en ’15 werden ze voor­zien van Westinghouse-rem alléén werkende op de tenderwielen. In de jaren 1902 en 1907 werd deze serie nog uitgebreid met twee stuks (nrs. 16 en 17), eveneens gebouwd door Hohenzol­lern. Deze twee locomotie­ven waren het eigendom van een z.g. Maatschap welke de locomotieven aan de N.B.D.S. verhuurde. De latere loc. series zijn alle op deze wijze bij de N.B.D.S. in dienst ge­steld.

Afb. 5 - N.B.D.S. nr. 9 serie 8-10 Hohenzollern A.G. Düssel­dorf. 1881-’87. (Foto: Derens)

Afb. 5 - N.B.D.S. nr. 9 serie 8-10 Hohenzollern A.G. Düssel­dorf. 1881-’87.
(Foto: Derens)

Loc. serie 8-10 (N.S. 1201-1203)

In verband met de op 15 mei 1881 in aansluiting op de nachtboot Queens- borough-Vlissingen ingelegde mailtreinen Vlissingen-Hamburg-Berlijn over de N.B.D.S. lijn werd in dat jaar het locomotiefpark uitgebreid met 2 sneltreinlocomotieven nrs. 8 en 9 ge­bouwd door Hohenzollern Düsseldorf Ze waren van het 1B type met binnen­liggende cilinders en 3-assige tender (afb. 5) en vertoonden veel overeen­komst met de toen juist in dienst ge­stelde S.S. sneltreinlocomotieven serie 300 (N.S. 1300) welke voor de mail­treinen werden gebezigd op het aan­sluitende traject Vlissingen-Boxtel. Evenals laatstgenoemde hadden de N.B.D.S. machines dubbele frames doch waren van iets kleiner vermogen. In 1887 werd deze serie nog met 1 stuks uitgebreid (loc. nr. 10) daar het aantal mailtreinen in dat jaar werd verdubbeld door de inlegging van een dagbootverbinding door de Maatschap­pij „Zeeland”. Ook deze locomotief was afkomstig van Hohenzollern, Düssel­dorf.

Loc. serie 6, 7 en 11 (N.S. 1476-1478)

Toen in 1892 de mailtreinen Vlissingen - Berlijn weer over de N.B.D.S. lijn werden gevoerd bleek uitbreiding van het aantal sneltreinlocomotieven drin­gend gewenst te meer daar de mail­treinen voor Hamburg en Berlijn vanaf dat tijdstip door de N.B.D.S. respectie­velijk tot Haltern en Oberhausen wer­den gereden. In genoemd jaar werden dan ook 2 sneltreinlocomotieven aangeschaft (nrs. 6 en 7), gebouwd door Beyer Peacock & Co., Manchester. Ze waren geheel gelijk aan de S.S. locomotieven serie 300 welke eveneens door Beyer Peacock waren geleverd en sedert 1880 op de lijn Vlissingen-Boxtel dienst deden alwaar zij zeer goed voldeden, voor het vervoer van de zware personentreinen zowel als goederentreinen.

Afb. 6 - S.S. nr. 337 serie 301- 475. Beijer Peacock & Co. 1880.'92.(Foto: Derens)

Afb. 6 - S.S. nr. 337 serie 301- 475. Beijer Peacock & Co. 1880. '92. (Foto: Derens)

In 1894 volgde nog locomotief nr. 11 van hetzelfde type en fabrikaat. Deze loc. serie van 3 stuks werd bij overgang van S.S. in 1919 ingedeeld bij de overeenkomstige serie 301-479 onder de nummers 476-478. Afb. 6 toont ons de S.S. locomotief nr. 337. Dat deze locomotieven in alle opzich­ten destijds zeer voldeden blijkt wel uit het grote aantal dat door de S.S. in de jaren 1880-1895 hiervan is aange­schaft en S.S. zich 20 jaar lang bij dit locomotieftype heeft gehouden.

Loc. serie 25 en 26 (N.S. 6910, 6911)

Evenals bij de vorige serie werd door de N.B.D.S. bij de aanschaffing der locomotieven 25 en 26 een reeds bij de S.S. bestaand loc. type bij de zelfde fabriek nabesteld. Met grote tussenruimte zijn deze ma­chines door de N.B.D.S. in dienst ge­steld, n.l. nr. 25 in 1894 en nr. 26 in 1898. Het waren 2-assige tenderloco­motieven met buitenliggende cilinders (afb. 7) en gebouwd door Henschel & Sohn, Kassei. De S.S. introduceerde dit loc. type resds in 1884 met 9 stuks (S.S. nrs 517—525). De twee N.B.D.S. locomo­tieven werden in 1919 in deze serie opgenomen (nrs. 526, 527). Dit type tenderlocomotief heeft in la­tere jaren dienstgedaan op de tram­wegen Ede-Wagingen en Alkmaar-Bergen aan Zee. Daartoe werden ze voor het vervoeren der tramtreinen van vacuum-rem voorzien waarbij echter de Westinghouse-rem behouden bleef. Tevens werd stoombel en tram- koppeling aangebracht: loc. 25 kwam terecht op Alkmaar-Bergen (beker-koppeling), loc. 26 op Ede-Wageningen (vicinauxkoppeling). (Wordt vervolgd)

Afb. 7 NS 6906 (zelfde type als NBDS 25, 26) Henschel & Sohn, Kassel 1884 Foto: fa. v. d. Horst

Afb. 7 NS 6906 (zelfde type als NBDS 25, 26)
Henschel & Sohn, Kassel 1884
Foto: fa. v. d. Horst

Voor dit artikel zijn verschillende gegevens ontleend aan artikelen van D. van Setten en wijlen ir. P. Labrijn in Spoor- en Tramwegen" en het Ge­denkschrift „Maas- en Buurtspoorweg 1913-1938" door H. J. Donker.