De rijtuigen van de H.S.M.


Origineel geschreven door D. J. J. van Beek
Gepubliceerd in Miniatuurbanen, december Jaargang 7 - 1964
Originele titel: De rijtuigen van de H.S.M.

Rijtuigen HZ C 1026-1031

Evenals de rijtuigen, die al eerder besproken werden (jaargang 4 nr. 7. AR: Helaas nog niet in mijn bezit), werden deze rijtuigen in 1881 in dienst gesteld. Ze bevatten zes coupes met in totaal 60 zitplaatsen. De nrs 1028-1031 waren van een handrem voorzien. Verder zullen de drie gaslampen wel een pittoreske verlichting gegeven hebben. Het volgende jaar werden door wagenmaker W. A. Koppe in Amsterdam de 1026 en 1029 omgebouwd tot rijtuigen 2e klasse (HZ B1026, 1029). De verbouwing beperkte zich tot een interieurwijziging; nl. de vier middencoupes werden uitgebroken en vervangen door een grote salon met twee langsbanken voor 12 reizigers en een middenbank zonder rugleuning voor 10 personen. De eindcoupes, met ieder 10 zitplaatsen, bleven gehandhaafd. Dus in totaal 54 zitplaatsen; van de 1029 werd de handrem verwijderd. In 1903 werd de 1026 buiten dienst gesteld en in 1905 de 1029. In 1906 kregen de overgebleven rijtuigen een doorgaande luchtrem; in 1908 een toilet en stoomverwarming. Na 1911 werden zij bestemd voor vervoer van landverhuizers. De NS nrs kregen ze in 1921, nl. C 207-210.

Rijtuigen HZ CD 1051-1053

Deze rijtuigen (ook van 1881) hadden inplaats van stalen paneelplaten als buitenwand een zg. „houten buitenbeschieting", d.w.z. verticale planken op het (houten) geraamte. Ze hadden drie coupes 3e klasse voor 30 personen en een bagageafdeling ter grootte van 3 coupes; tevens een handrem. In 1882 werden 1051 en 1053 door de genoemde wagenmaker omgebouwd tot rijtuigen met zes coupes. Evenals de voorgaande serie rijtuigen werden ze in 1906 en 1908 verbouwd en sinds 1911 voor het vervoer van landverhuizers gebruikt. In 1922 werd door de NS de nog overgebleven CD 1052 ook tot C 1052 verbouwd, waarna zij de nrs NS C 211-213 kregen.

hsm2-groot

Verbouwing tot werkmaterieel

HSM1Als laatste fase van hun bestaan werd er een aantal tot werkwagen verbouwd. De C 204 en C 208 werden in 1929 verbouwd tot montagewagen 157.818 en 157.819. Ze hadden over de hele lengte van het dak een werkdek met opklapbare leuningen die tijdens het transport van de wagens waren neergelaten. In hetzelfde jaar werden de C 201 en C 202 omgebouwd tot motormontagewagen 157. 851 en 157.852. De aandrijving was benzine-elektrisch, de motorinstallatie was onder de vloer ingebouwd. Aan de beide einden werden in de kopwanden vensters aangebracht voor de stuurstanden. Bovendien was de 157.852 nog uitgerust met een lasaggregaat.

De foto laat de 157.851 zien te Uitgeest in 1937, waar in die tijd ook de andere motormontagewagen thuis-hoorde.

Wagens HZ 1101,1102

Deze eenvoudige bagagewagens kwamen in dienst in 1882 en hadden een handrem. Bij de HSM werden zij vernummerd tot CH 11101,11102 (dus als gesloten goederenwagen) in 1913 tot HSM CH 21101, 21102. Hierbij kregen ze doorgaande leidingen voor de luchtrem en de stoomverwarming. In 1922 werden het de snelgoedwagens NS E 1 en E 2.

Besluit
Het oorspronkelijke voertuigenpark bestond dus uit 6 AB, 6 Cen 3 CD rijtuigen. Kennelijk bestond er al spoedig behoefte aan 2e klasse plaatsen, waardoor 2 C's verbouwd werden tot B's. De opengevallen plaatsen werden nu ingenomen door 2 CD's die tot C-rijtuigen werden verbouwd. Het tekort aan bagageruimte werd nu opgevangen door aanschaffing van twee bagagewagens.
Ook met weinig materieel kan het nog erg moeilijk gemaakt worden door verbouwingen. Juist deze eenvoudige wijzigingen (U hoeft alleen de klasse-bordjes te verhangen) zorgen ervoor dat er leven in de (modelspoorweg) brouwerij blijft.